Oordeel 2016-12, huisarts, dementie, vrijwillig en weloverwogen verzoek, uitzichtloos en ondraaglijk lijden
Patiënte, een vrouw tussen 90 en 100 jaar, leed aan progressieve geheugen- en oriëntatiestoornissen. Tevens werd een tumor in de borst gevonden. Patiënte leed ondraaglijk onder vermoeidheid, bedlegerigheid, zorgafhankelijkheid en angst de grip op het leven te verliezen. Zij had een consistente euthanasiewens. De arts en de consulent gaven schriftelijke toelichting over de diagnosestelling, het al dan niet raadplegen van een deskundige en de wilsbekwaamheid van patiënte.
Volgens de commissie heeft de arts de diagnose (beginnende) dementie kunnen stellen op grond van de door hem afgenomen MMSE-test en de uitkomst van een neuropsychologisch onderzoek. Nu er sprake was van beginnende dementie en arts en consulent niet twijfelden aan de wilsbekwaamheid van patiënte was raadpleging van een ter zake deskundige niet noodzakelijk.