Oordeel 2015-111, psychiater, psychiatrisch, zorgvuldigheidseisen algemeen
Patiënt, een man tussen 60-70 jaar, leed sinds zijn adolescentie aan een inmiddels vergevorderde obsessief-compulsieve stoornis met daarbij dwanggedachten, dwanghandelingen en zeer frequente automutilatie. Ook was sprake van een persoonlijkheids- en emotieregulatiestoornis. Patiënt had vele vormen van behandeling in en buiten het ziekenhuis ondergaan zonder resultaat. Een behandelend psychiater stelde vast dat patiënt wilsbekwaam was en het herstelperspectief beperkt. Twee maanden voor het overlijden vroeg patiënt de arts, eveneens psychiater, om euthanasie. Een onafhankelijke psychiater constateerde dat patiënt wilsbekwaam was ten aanzien van het verzoek en dat het lijden uitzichtloos was; er waren geen reële behandelingsmogelijkheden meer aanwezig. De arts en de consulent waren van mening dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan.