Oordeel 2013-26, arts, psychiatrisch
Bij patiënte, 60-70 jaar, is sprake van lichamelijke en psychische problematiek. Patiënte heeft een hersentumor en is blind geworden. In de jaren voor het overlijden heeft patiënte enkele malen korte tijd paranoïde waanachtige ideeën met een wisselend intacte realiteitstoetsing. Zij komt hiervoor onder behandeling van de arts, psychiater. Patiënte wordt ingesteld op antipsychotica met goed resultaat. De arts, zelf psychiater, raadpleegt twee consulenten. De eerste consulent, psychiater, wordt gevraagd te beoordelen of er nog behandelmogelijkheden voor patiënte zijn. Na contact met verschillende deskundigen concludeert hij dat er geen reële behandelperspectieven zijn en dat er sprake is van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De tweede consulent, neuroloog en SCEN-arts, oordeelt dat aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen is voldaan.