Oordeel 2013-04, arts, psychiatrisch
Patiënt, 40-50 jaar, heeft vanaf puberteit ernstige compulsieve stoornis. Grijpt alle mogelijkheden voor behandeling aan, waaronder intensieve klinische trajecten en diepe breinstimulatie. Na zijn laatste opname beseft hij dat er geen kans meer is op herstel. Hij vraagt arts (psychiater) om euthanasie. De arts raadpleegt twee consulenten. Eerste consulent, psychiater, oordeelt dat patiënt onvoldoende geïnformeerd is over de procedure en dat behandelopties onvoldoende verkend zijn. Op zijn voorstel vindt een intake voor psychotherapie plaats. Bij patiënt ontbreekt elke motivatie voor deze therapie en deze vindt geen doorgang. Tweede consulent (huisarts) concludeert dat er geen redelijke andere oplossing meer voorhanden is, dat patiënt wilsbekwaam is en aan alle zorgvuldigheidseisen wordt voldaan.