Oordeel 2015-89, huisarts, psychiatrisch, uitzichtloos en ondraaglijk lijden
Bij patiënte, 60-70 jaar, was sprake van stemmingsklachten, anorexia nervosa en alcoholafhankelijkheid. Zij had meerdere depressieve perioden doorgemaakt en een persoonlijkheidsstoornis NAO was vastgesteld. Patiënte werd langdurig behandeld, intramuraal en ambulant.
Anderhalf jaar voor het overlijden vond nog een behandeling in een verslavingskliniek plaats. Al deze behandelingen hadden geen resultaat. Haar begeleiders begrepen dat patiënte moegestreden was en vonden haar euthanasiewens invoelbaar. Een onafhankelijk psychiater zag geen behandelalternatieven meer en achtte patiënte wilsbekwaam. De arts, huisarts, en de consulent, huisarts/SCEN-arts, waren van mening dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan.