Oordeel 2014-72, arts, psychiatrisch, vrijwillig en weloverwogen verzoek
Patiënte, een vrouw van 60-70 jaar, maakte in haar jeugdjaren een traumatische ervaring door, werd affectief verwaarloosd en geestelijk mishandeld. De diagnose persoonlijkheidsstoornis met borderline kenmerken werd gesteld. Patiënte werd daarvoor behandeld door een psychiater en een psycholoog. Acht jaar voor overlijden ontstonden bij patiënte hevige pijnklachten als gevolg van een hernia, die na een operatie nooit helemaal waren verdwenen. In de jaren daarna was sprake van recidiverende depressies en suïcidaliteit. Patiënte doorliep alle behandelingen volgens het depressieprotocol, zonder blijvend resultaat. Haar behandelaren gingen niet in op haar euthanasiewens. De arts, verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek (SLK) en zelf geen psychiater, raadpleegde als consulent een psychiater/SCEN-arts, en een huisarts n.p./SCEN-arts. De arts heeft zeer behoedzaam gehandeld, door zich enerzijds door diverse behandelaars (huisarts, psychiater en GZ-psycholoog) en naasten van patiënte te laten informeren en anderzijds een onafhankelijke psychiater te raadplegen om na te gaan of er nog een reële behandelingsmogelijkheid bestond en om de wilsbekwaamheid van patiënte ten aanzien van haar euthanasiewens vast te stellen.