Oordeel 2013-27, arts, psychiatrisch
Bij patiënt, 70-80 jaar, is sprake van lichamelijke en psychische problematiek. Patiënt onderneemt een paar maanden voor het overlijden een tentamen suïcidii. Hij wordt in het ziekenhuis opgenomen en verzoekt de arts, zijn huisarts, om euthanasie. Arts raadpleegt als consulent een onafhankelijk huisarts/ SCEN-arts, waarna nog een behandeling met een antidepressivum plaatsvindt: deze heeft geen effect. De arts raadpleegt een tweede consulent, eveneens huisarts/SCEN-arts, die oordeelt dat aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen zal zijn voldaan als blijkt dat er geen sprake is van een evidente stoornis. Vervolgens stelt een ouderenpsychiater vast dat er geen sprake is van een manifest psychiatrisch ziektebeeld en dat patiënt een duidelijke doodswens heeft. Voor de arts is het duidelijk dat het lijden voor patiënt ondraaglijk is door de pijn, de toestand van verwaarlozing, de bedlegerigheid en ook vanwege het sociale isolement. De arts kan tot het oordeel komen dat patiënt wilsbekwaam is en dat aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen is voldaan.