Oordeel 2014-73, arts, psychiatrisch, vrijwillig en weloverwogen verzoek
Bij patiënt, een man van 60-70 jaar, was al veertig jaar sprake van ernstige persoonlijkheidsproblematiek. Er was sprake van een sociale fobie, een obsessief compulsieve stoornis, gepaard gaande met vermijdingsgedrag en dwanghandelingen, en jeugdtrauma's. Daarnaast somatisch lijden. Patiënt werd langdurig behandeld, intramuraal en poliklinisch. Tijdens zijn huwelijk was de situatie relatief rustig. Na het overlijden van zijn partner uitte patiënt een euthanasiewens. Hij werd volgens het depressieprotocol behandeld. De behandelend psychiater zag geen behandelingsmogelijkheden meer, maar ging niet in op euthanasiewens. De arts, zelf geen psychiater, had contact met de behandelend psychiater en de eigen huisarts en raadpleegde als consulenten een onafhankelijk huisarts/SCEN-arts en een onafhankelijke psychiater, die beiden concludeerden dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan.