Oordeel 2013-01, arts, psychiatrisch
Patiënt, een man van 60-70 jaar, lijdt ruim 45 jaar aan fluctuerende depressies. Vanaf zijn vroege jeugd is sprake van een zeer laag zeifbeeld, leidend tot zelfhaat. Vanaf tien jaar voor zijn overlijden is patiënt langdurig depressief. Hij wordt zowel klinisch als poliklinisch met allerlei medicatie volgens het depressieprotocol behandeld. Tevens wordt hij door middel van gesprekstherapie begeleid. Deze behandelingen hebben niet het gewenste effect. Als gevolg van medicatie ervaart patiënt wel vaak nare bijwerkingen. Patiënt heeft zijn euthanasiewens bij zijn huisarts en behandelend psychiater neergelegd. Omdat zij niet op zijn wens wilden ingaan, heeft hij zich gewend tot de Stichting Levenseindekliniek (SLK). In gesprekken met de SLK-arts heeft patiënt zijn verzoek meermalen herhaald. De SLK-arts heeft twee SCEN-artsen geconsulteerd, waaronder een psychiater. Beiden oordeelden dat aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen was voldaan.