Oordeel 2016-17, huisarts, hart- en vaataandoeningen, uitzichtloos en ondraaglijk lijden
Bij patiënt, een man tussen 40 en 50 jaar, bestond een status na een CVA met een ernstige motorische afasie en hemiparese, hartproblemen en een ernstige claudicatio intermittens.
Ondanks een intensief revalidatietraject van anderhalf jaar was er een voor patiënt niet acceptabel eindniveau bereikt. Door een psychiater werd de wilsbekwaamheid vastgesteld. Een revalidatiearts stelde de uitzichtloosheid vast. De arts kon tot de overtuiging komen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek en een ondraaglijk en uitzichtloos lijden.