Vandaag een nieuw oordeel gepubliceerd.

2024-041
Deze melding betrof een minderjarige patiënt van tussen de 12 en 16 jaar met een aangeboren genetische aandoening die ernstige lichamelijke problemen veroorzaakte, alsmede een verstandelijke beperking. Wanneer euthanasie wordt uitgevoerd bij een minderjarige patiënt tussen de twaalf en zestien jaar, is vereist dat de minderjarige tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake kan worden geacht. Daarnaast is ook de instemming van de ouder(s) die het gezag over hem uitoefent of uitoefenen vereist, dan wel instemming van zijn voogd. De commissie is van oordeel dat afdoende vast is komen te staan dat dat hier het geval was.

Vanwege de jonge leeftijd van patiënt en zijn verstandelijke beperking heeft de commissie uitgebreid stilgestaan bij de vrijwilligheid en weloverwogenheid van het verzoek, de uitzichtloosheid van het lijden en het ontbreken van een redelijke andere oplossing. De commissie heeft daarbij geconcludeerd dat in deze melding de arts de euthanasie overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen heeft uitgevoerd. Ook komt de commissie tot de conclusie dat de ouders bij de besluitvorming werden betrokken.