Welke medische handelingen vallen niet onder euthanasie?
Euthanasie moet worden onderscheiden van diverse andere beslissingen die de arts moet nemen in de laatste levensfase. De volgende beslissingen vallen onder normaal medisch handelen. Dit ligt buiten de sfeer van het strafrecht en daarop is de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst WGBO) van toepassing.
Palliatieve sedatie
Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van de patiënt om in de laatste levensfase het onbehandelbare lijden weg te nemen. Een arts mag palliatieve sedatie toepassen als hij verwacht dat de patiënt niet langer dan 2 weken te leven heeft.
Pijnbestrijding met als neveneffect een bespoediging van het overlijden
Het doel is dan primair een adequate en proportionele pijnbestrijding, waarvoor de patiënt of zijn vertegenwoordiger (art. 465 WGBO) de toestemming heeft gegeven. De levensbekorting is een (onbedoeld) neveneffect dat als risico wordt aanvaard.
Behandelverbod
Een patiënt of zijn vertegenwoordiger (art. 465 WGBO) geeft geen toestemming voor het inzetten of voortzetten van een medische behandeling. Een arts moet dat respecteren, ook als die weigering het overlijden van de patiënt tot gevolg heeft of bespoedigt.
Staken of nalaten van een medisch zinloze behandeling
Het gaat om een medisch oordeel over de zin van een verdere behandeling. Voor de arts is in een dergelijke situatie overleg met collega’s van belang om het oordeel zoveel mogelijk te objectiveren.