Oordeel 2023-082, zorgvuldig, NVO-melding, longaandoening, uitzichtloos en ondraaglijk lijden.
Ondraaglijk en uitzichtloos lijden door patiënte ten gevolge van een onbehandelde pneumonie.
In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.
Bij een vrouw, tussen de 80 en 90 jaar oud, was enkele maanden voor het overlijden sprake van een pneumonie.
Patiënte gaf expliciet aan geen behandeling te willen, zelfs geen antibiotica waarmee zij een goede kans had gehad te herstellen. Patiënte hoopte thuis te kunnen overlijden aan de gevolgen van haar pneumonie. Toen dit niet gebeurde, moest patiënte worden opgenomen in een verpleeghuis, omdat er een noodzaak tot 24-uurszorg was ontstaan. Patiënte was erg verzwakt en was niet meer in staat zelfstandig transfers te maken. Ook het smeren van haar brood lukte haar niet meer zelfstandig. Deze afhankelijkheid was voor patiënte ondraaglijk.
Patiënte besprak al enkele jaren geleden dat zij niet in een verpleeghuis terecht wilde komen en leverde een euthanasieverklaring in. Een maand voor het overlijden verzocht patiënte de arts over te gaan tot uitvoering van de levensbeëindiging.
Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts was er voorts van overtuigd dat het lijden voor patiënte ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren voor patiënte geen aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts patiënte voldoende had voorgelicht over de situatie waarin zij zich bevond en haar vooruitzichten.
De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent, die patiënte ruim een week voor het overlijden bezocht. De consulent kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan.
De arts voerde vervolgens de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.
De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.