Oordeel 2022-062, zorgvuldig, NVO-melding, stapeling van ouderdomsaandoeningen, vrijwillig en weloverwogen verzoek, uitzichtloos en ondraaglijk lijden.
Patiënte leed ondraaglijk op grond van een stapeling van verschillende ouderdomsaandoeningen. De arts, de consulent en de geraadpleegde specialist ouderengeneeskunde achtten de patiënte wilsbekwaam.
In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.
Een vrouw, ouder dan negentig jaar, leed sinds geruime tijd voor het overlijden aan meerdere aandoeningen. Zo was er sprake van fors gehoorverlies (bijna doof), pijnklachten in de gewrichten, nierinsufficiëntie, concentratiestoornissen en duizeligheid. Daarnaast had de vrouw verminderde kracht en een gevoelsstoornis in het linkerbeen na een doorgemaakt lacunair infarct. Sinds twee jaar voor het overlijden verbleef de vrouw in een verzorgingshuis.
Door de duizeligheidsklachten viel de vrouw regelmatig met grote haematomen tot gevolg. In de laatste maanden voor het overlijden had zij nauwelijks nog eetlust waardoor de vrouw flink vermagerde en verder verzwakte. Zij was door haar slechthorendheid niet goed meer in staat een gesprek met anderen te voeren waardoor het haar niet goed lukte te socialiseren in het verzorgingshuis. Daarnaast werd de vrouw steeds verder beperkt in haar mobiliteit waardoor zij haar dagen grotendeels in haar bed doorbracht. De vrouw ervoer dan ook een groot gevoel van eenzaamheid.
Zij leed onder de fysieke achteruitgang, de pijnklachten, de afhankelijkheid van anderen en het gebrek aan perspectief. Zij ervoer haar lijden als ondraaglijk.
De vrouw had vaker met de arts over euthanasie gesproken. Circa drie maanden voor het overlijden heeft de vrouw de arts om daadwerkelijke uitvoering van de levensbeëindiging verzocht. Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts raadpleegde zekerheidshalve nog een onafhankelijk specialist ouderengeneeskunde ter beoordeling van de wilsbekwaamheid van de vrouw. De specialist ouderengeneeskunde sprak de vrouw tweemaal en concludeerde dat de vrouw wilsbekwaam was ten aanzien van haar verzoek. Zij was consistent in haar verzoek, kon dit verzoek goed onderbouwen en begreep wat euthanasie inhield.
De arts was ervan overtuigd dat het lijden voor de vrouw ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren geen voor de vrouw aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts de vrouw voldoende had voorgelicht over de situatie waarin zij zich bevond en haar vooruitzichten.
De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent. Zij bezocht de vrouw tien dagen voor het overlijden en kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan.
De arts voerde de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.
Een stapeling van ouderdomsaandoeningen kan de oorzaak zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Het lijden van de patiënt moet zijn oorzaak vinden in een medische aandoening, die zowel somatisch als psychiatrisch van aard kan zijn. Het hoeft het niet te gaan om één overheersend medisch probleem. Het lijden van de patiënt kan ook het gevolg zijn van een stapeling van grotere en kleinere gezondheidsproblemen. De optelsom van medische problemen kan, in samenhang met de ziektegeschiedenis, de biografie, de persoonlijkheid, het waardepatroon en de draagkracht van de patiënt, een lijden doen ontstaan dat voor de patiënt ondraaglijk is.
De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.