Oordeel 2022-012, zorgvuldig, NVO-melding, stapeling van ouderdomsaandoeningen, uitzichtloos en ondraaglijk lijden, vrijwillig en weloverwogen verzoek.
Patiënt leed ondraaglijk op grond van een stapeling van verschillende ouderdomsaandoeningen en werd zeer beperkt in zijn mobiliteit.
In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.
Een man, ouder dan negentig jaar, leed sinds geruime tijd voor het overlijden aan meerdere aandoeningen. Zo was sprake van osteoporose met een wervelinzakking en een foramenvernauwing (stenose in de rug), een eindstadium van glaucoom (beschadiging van de oogzenuw) met maculadegeneratie (netvliesveroudering), ouderdomsslechthorendheid (presbyacusis) en blaasretentie.
De man had forse pijnscheuten in de rug die ook met medicatie niet onder controle waren. Deze pijnscheuten veroorzaakte soms een tijdelijk krachtsverlies in de benen waardoor de man regelmatig viel. Daarnaast zag de man niet veel meer, slechts nog schaduwen. Ook zijn gehoor was slecht, ondanks het gebruik van een gehoorapparaat. De man kampte geregeld met een urineweginfectie en had tevens een blaaskatheter die voor ongemak zorgde. Door de combinatie van zijn aandoeningen werd de man in de laatste maanden voor het overlijden steeds meer beperkt in zijn mobiliteit. Uiteindelijk werd de man volledig zorgafhankelijk en was hij zelfstandig tot weinig meer in staat.
Deze situatie frustreerde de man zeer. De man, die tot hoge leeftijd actief was geweest, leed onder het verlies van autonomie, de daarmee samenhangende afhankelijkheid van anderen en de zinloosheid en uitzichtloosheid van zijn situatie. De man ervoer zijn lijden als ondraaglijk.
Een maand voor het overlijden verzocht de man de arts om daadwerkelijke uitvoering van de levensbeëindiging. Hij persisteerde in dat verzoek. Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts was er voorts van overtuigd dat het lijden voor de man ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren geen voor de man aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts de man voldoende had voorgelicht over de situatie waarin hij zich bevond en zijn vooruitzichten.
De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent. Zij bezocht de man een week voor het overlijden en kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan.
De arts voerde de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.
Een stapeling van ouderdomsaandoeningen kan de oorzaak zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Het lijden van de patiënt moet zijn oorzaak vinden in een medische aandoening, die zowel somatisch als psychiatrisch van aard kan zijn. Het hoeft het niet te gaan om één overheersend medisch probleem. Het lijden van de patiënt kan ook het gevolg zijn van een stapeling van grotere en kleinere gezondheidsproblemen. De optelsom van medische problemen kan, in samenhang met de ziektegeschiedenis, de biografie, de persoonlijkheid, het waardepatroon en de draagkracht van de patiënt, een lijden doen ontstaan dat voor de patiënt ondraaglijk is.
De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.