Oordeel 2021-46, zorgvuldig, NVO-melding, stapeling van ouderdomsaandoeningen, uitzichtloos en ondraaglijk lijden, vrijwillig en weloverwogen verzoek, geen redelijke andere oplossing.
Het lijden van patiënte kwam voort uit een stapeling van ouderdomsklachten, waaronder slecht zien, gehoorverlies, artrose, algehele zwakte en vermoeidheid.
In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.
Een vrouw, ouder dan honderd jaar, leed sinds enige jaren voor het overlijden aan cataract (vertroebeling van de ooglens) gehoorverlies, artrose, algehele zwakte en vermoeidheid. De visus van de vrouw was al geruime tijd beperkt, maar sinds ruim een maand voor het overlijden verdween haar zicht volledig. Dit was voor de vrouw de directe aanleiding van haar euthanasieverzoek.
De vrouw was altijd zeer onafhankelijk geweest en had steeds de leiding gehad over haar eigen leven. Daarbij was zij, op het dwangmatige af, heel precies in zaken als haar persoonlijke verzorging, eetmomenten en dagindeling. Ondanks haar verhuizing naar het verpleeghuis ongeveer drie jaar voor het overlijden wist zij deze onafhankelijkheid voor een groot deel te waarborgen. Echter, door de blindheid in combinatie met haar slechte gehoor en algehele zwakte was zij volledig afhankelijk van anderen geworden. Zij moest gevoed worden, kon de luisterboeken niet meer zelf bedienen en moest voor alles hulp vragen. Dit vergde emotioneel veel van haar.
Ondanks alle hulp die haar door naasten en verzorgenden werd gegeven bij alle dagelijkse verrichtingen was het verlies van haar zicht een kantelpunt voor de vrouw. Genezing van de blindheid was niet mogelijk, maar er werden met de vrouw diverse mogelijkheden besproken om het leven draaglijker te maken, zoals muziektherapie, bezoeken van dierbaren (ondanks geldende corona-maatregelen), gesprekken met een psycholoog en geestelijk verzorger, maar dit gaf haar geen verbetering. De vrouw ervoer haar lijden als ondraaglijk.
De vrouw verzocht de arts, de behandelend specialist ouderengeneeskunde van het verpleeghuis, vier weken voor het overlijden om daadwerkelijke uitvoering van de levensbeëindiging. Zij was op dat moment een week volledig blind.
Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. Daarbij had de arts vastgesteld dat de vrouw weliswaar verdrietig was over haar situatie, maar er geen sprake was van een depressie. De vrouw was wilsbekwaam terzake, aldus de arts. Zij was er voorts, door de gevoerde gesprekken met de vrouw van overtuigd dat het lijden voor deze vrouw ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren geen voor de vrouw aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. De arts had daarbij geconstateerd dat de vrouw er aan toe was om te overlijden omdat zij op deze manier, in het licht van haar persoonlijkheid en behoefte aan controle, niet verder kon leven. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts de vrouw voldoende had voorgelicht over de situatie waarin zij zich bevond en haar vooruitzichten.
De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent, die de vrouw een week voor het overlijden bezocht. Hij bevestigde de arts in haar bevindingen en kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan.
De arts voerde de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van augustus 2012.
Een stapeling van ouderdomsaandoeningen kan de oorzaak zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Het lijden van de patiënt moet zijn oorzaak vinden in een medische aandoening, die zowel somatisch als psychiatrisch van aard kan zijn. Het hoeft het niet te gaan om één overheersend medisch probleem. Het lijden van de patiënt kan ook het gevolg zijn van een stapeling van grotere en kleinere gezondheidsproblemen. De optelsom van medische problemen kan, in samenhang met de ziektegeschiedenis, de biografie, de persoonlijkheid, het waardepatroon en de draagkracht van de patiënt, een lijden doen ontstaan dat voor de patiënt ondraaglijk is.
De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.