Oordeel 2020-152, zorgvuldig, NVO-melding, combinatie van aandoeningen, uitzichtloos en ondraaglijk lijden
Bij patiënt bestonden diverse aandoeningen. Hierdoor nam zijn hulpbehoevendheid toe en werd zijn lijden ondraaglijk.
In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.
Introductie van de casus
Bij een man, tussen tachtig en negentig jaar oud, werd drie jaar voor zijn overlijden hartfalen in de laatste fase vastgesteld. Daardoor was zijn mogelijkheid om zich te verplaatsen sterk afgenomen. Verder had hij jicht in zijn handen en voeten. Aan zijn handen had hij knobbels en wonden waardoor hij ze moeilijk kon gebruiken. Sinds een aantal jaren had hij ook ernstige problemen met zijn nieren. De man gaf aan dat hij alleen nog maar behandelingen wilde die thuis uitgevoerd konden worden. Naar aanleiding van zijn ervaringen met het verblijf van zijn echtgenote in een verpleeghuis, wenste hij daar niet naar toe te gaan. Hij wilde geen behandelingen (zoals morfine) die leiden tot verder verlies van functies of verminderde mogelijkheden tot zich verplaatsen. Door de combinatie van klachten kwam de man zijn huis al langere tijd niet meer uit. De laatste maanden nam zijn hulpbehoevendheid toe. Het lukte hem niet meer zelfstandig naar de wc te gaan en zichzelf goed te verzorgen. Dit ging gepaard met pijn en kortademigheid. Voor de man was dit ondraaglijk lijden.
De arts was ervan overtuigd dat het lijden van de man ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren geen voor de man aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten.
De commissie kwam tot het oordeel dat de arts heeft gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.