Oordeel 2015-28, huisarts, kanker, medisch zorgvuldige uitvoering, niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen
Bij de uitvoering van euthanasie diende de arts, in afwijking van de KNMG/KNMP richtlijn "Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding" van augustus 2012, niet 1000 mg propofol, maar 400 mg propofol voor de coma-inductie toe. Nu de arts geen adequate comacheck heeft gedaan, is niet uit te sluiten dat patiënt in een onvoldoende diep coma verkeerde en dat hij mogelijk de gevolgen van de spierverslapper heeft kunnen ervaren. Gelet hierop, heeft de arts de levensbeëindiging op verzoek niet op een medisch zorgvuldige wijze uitgevoerd.