Oordeel 2014-90, arts, multipele ouderdomsaandoeningen, uitzichtloos en ondraaglijk lijden
Patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, kampte al langer met spanningen, depressieve klachten en angsten bij een afhankelijke theatrale persoonlijkheidsstoornis met neiging tot somatisatie. Zij werd meermalen psychiatrisch onderzocht en behandeld. In de laatste maanden voor het overlijden ging haar toestand snel achteruit. De persoonlijkheidsproblematiek met angsten en de neiging tot somatisatie veroorzaakten steeds meer lichamelijke klachten. Er ontstond een stapeling van ouderdomsaandoeningen waarvoor geen behandeling mogelijk was. Patiënte had een consistente doodswens, die zij aanvankelijk niet durfde te uiten. De arts, die nimmer twijfelde aan de wilsbekwaamheid van patiënte, kon tot de overtuiging komen dat sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. Er was voorts sprake van uitzichtloos en ondraaglijk lijden dat in overwegende mate voortvloeide uit medische classificeerbare aandoeningen.