Oordeel 2014-38, arts, kanker, uitzichtloos en ondraaglijk lijden
Bij patiënte, een vrouw van 20–30 jaar, werd drie jaar voor het overlijden een hemangioblastoom verwijderd. Post-operatief ontstond een tetraplegie. Patiënte volgde een intensief revalidatieprogramma. Zij had slechts een minimale functie van armen en benen en ook de hoofdbalans was beperkt. Het lijden van patiënte bestond uit de volstrekte afhankelijkheid. Na een urineweginfectie ging zij verder achteruit. De spasmen namen toe en door decubitus kon zij steeds minder in haar rolstoel zitten. Patiënte werd toenemend benauwd en kreeg steeds meer slikklachten. Zij had pijn bij iedere aanraking en leed doordat er geen enkele verbetering te verwachten was.