Oordeel 2014-04, arts, longaandoeningen, kanker, medisch zorgvuldige uitvoering, niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen
Levensbeëindiging op verzoek uitgevoerd met de middelen, in de hoeveelheden en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van augustus 2012. Toen patiënte niet overleed, moest een reserveset euthanatica worden nagebracht. Na toediening van deze euthanatica overleed patiënte. Het is de verantwoordelijkheid van een arts om op de hoogte te zijn van het feit dat hij een reserveset euthanatica bij zich moet hebben. Door afwezigheid van de reserveset had de onwenselijke situatie kunnen ontstaan waarin patiënte weer bij bewustzijn zou zijn gekomen. De levensbeëindiging was niet medisch zorgvuldig uitgevoerd. De door de arts geraadpleegde protocollen zijn naar aanleiding van deze melding aan de richtlijn aangepast.