Oordeel 2014-63, arts, dementie / alzheimer
Patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, leed sinds anderhalf jaar aan dementie. Het lijden van patiënte bestond uit de reeds ervaren afhankelijkheid en verlies van regie over haar leven en uit het vooruitzicht van progressie van de dementie waardoor zij niet meer zelfstandig zou kunnen wonen. Zij had het aftakelingsproces bij dementerende familieleden meegemaakt en gezien hoe één van hen jaren in een verpleeghuis verbleef. Patiënte wilde deze lijdensweg niet zelf doormaken en verzocht om euthanasie. Arts kon tot de overtuiging komen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek en van uitzichtloos en ondraaglijk lijden.