Oordeel 2024-026, zorgvuldig, NVO-melding, aandoening van het zenuwstelsel, uitzichtloos en ondraaglijk lijden.
Patiënt leed uitzichtloos en ondraaglijk aan progressieve supranucleaire parese.
In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.
Bij patiënt, een man tussen 70 en 80 jaar, was sprake van progressieve supranucleaire parese. Genezing van deze ziekte is niet mogelijk. Door de progressieve ziekte ging patiënt steeds verder achteruit. Hij liep zeer moeizaam. Er was sprake van een groot valgevaar. Patiënt zag zeer slecht omdat hij zijn oogleden niet meer omhoog kon houden. Ook zijn spraak ging achteruit. Patiënt had ook slikklachten. Hij was tot steeds minder in staat en kon zijn hobby’s niet meer uitoefenen. Patiënt leed onder het vooruitzicht op verdergaande achteruitgang en toenemende afhankelijkheid. Hij ervoer zijn lijden en vooruitzichten als ondraaglijk.
Patiënt had eerder met de arts over euthanasie gesproken. Anderhalve maand voor het overlijden heeft hij de arts om daadwerkelijke uitvoering van de levensbeëindiging verzocht. Patiënt heeft zijn euthanasieverzoek meerdere malen herhaald.
Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts was er ook van overtuigd dat het lijden voor patiënt ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren geen voor patiënt aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts patiënt voldoende had voorgelicht over de situatie waarin zij zich bevond en haar vooruitzichten.
De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent. Zij bezocht patiënt een maand voor het overlijden en kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan.
De arts voerde de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.
De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.