Oordeel 2014-45, arts, aandoening van het zenuwstelsel, uitzichtloos en ondraaglijk lijden
Patiënt, een man van 60–70 jaar, leed al lange tijd aan multiple sclerose en was blind. Zijn lijden bestond uit toenemend functieverlies, incontinentie, gevoelsstoornissen en krachtsverlies. Hij liep moeilijk en kon zijn werkzaamheden niet meer uitvoeren. Patiënt, een trotse en autonome man, voelde zich gekrenkt en kampte met hevige paniek- en angstgevoelens. Hij wilde niet afhankelijk worden. Patiënt leed onder de zinloosheid en uitzichtloosheid van zijn situatie en kon het niet meer opbrengen te vechten voor dagelijkse controle. Ondanks talrijke gesprekken met de arts, een behandeling door een psychiater en psychische begeleiding kon patiënt de beperkingen als gevolg van zijn ziekte niet accepteren.