Oordeel 2014-44, arts, longaandoeningen, uitzichtloos en ondraaglijk lijden
Patiënte, een vrouw van 60-70 jaar, had COPD, darmklachten en osteoporose. Haar lijden bestond uit hevige pijn, benauwdheid, incontinentie en extreme vermoeidheid en verzwakking. Zij had dwangmatige karaktertrekken waardoor zij voortdurend handelingen moest uitvoeren. Hierdoor voelde patiënte zich al haar hele leven gevangen in een almaar strakker zittend harnas, zeker nu zij niet meer aan de impulsen gevolg kon geven. Patiënte leed onder de uitzichtloosheid van haar situatie. Een eventuele opname in een verpleeghuis was voor haar een schrikbeeld. Een geraadpleegde psychiater concludeerde dat patiënt wilsbekwaam was. Er was geen sprake van een depressie, een obsessief compulsieve stoornis of een persoonlijkheidsstoornis.