Oordeel 2014-6, arts, kanker, niet vragen oproepend
Patiënte, een vrouw van 60–70 jaar, leed aan Acute Myeloïde Leukemie. Tijdens de behandeling ontstond een dwarslaesie. Het lijden van patiënte bestond uit hevige pijn ter hoogte van de dwarslaesie en neuropathische pijn. Daarnaast kampte zij met (gedeeltelijke) verlammingen aan armen en benen. Patiënte leed ook onder haar afhankelijkheid van zorg. De consulent bezocht patiënte twee keer. De eerste keer was het lijden nog niet ondraaglijk en was nog geen sprake van een concreet euthanasieverzoek, de tweede keer wel.