Oordeel 2015-20, arts, overige aandoeningen, uitzichtloos en ondraaglijk lijden
Patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, liep drie weken voor het overlijden bij een val een hoge dwarslaesie op. Zij kon haar armen en benen niet meer gebruiken en werd bedlegerig en geheel afhankelijk van zorg. Voor patiënte, voorheen een actieve vrouw, was deze situatie ondraaglijk en uitzichtloos. Vanaf een week voor het overlijden sprak zij herhaaldelijk met de arts over euthanasie. Voor de arts was invoelbaar dat patiënte op haar leeftijd geen energie meer kon opbrengen om te wennen aan een leven waar zij volledig afhankelijk van derden zou zijn. De commissie kan zich hierin vinden. De situatie waarin patiënte terecht was gekomen rechtvaardigde het inwilligen van het verzoek van patiënte om euthanasie op betrekkelijk korte termijn.