Oordeel 2014-62, arts, longaandoeningen, kanker, medisch zorgvuldige uitvoering
Levensbeëindiging op verzoek uitgevoerd met de middelen, in de hoeveelheden en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van augustus 2012. Patiënt overleed echter niet. Voordat de arts een tweede dosis spierverslapper toediende controleerde hij of het infuus niet subcutaan liep en stelde hij op adequate wijze vast dat patiënt in een diep coma verkeerde. Hiermee was gegarandeerd dat patiënt de gevolgen van de spierverslapper niet kon ervaren. Gelet hierop heeft de arts de levensbeëindiging op verzoek medisch zorgvuldig uitgevoerd.