Oordeel 2013-51, arts, longaandoeningen, vrijwillig en weloverwogen verzoek
Patiënte, een vrouw van 60 - 70 jaar, was bekend met infantiele encefalopathie, COPD GOLD IV, hartfalen, een pathologische wervelfractuur, een CVA en TIA's. Zij had een lichte verstandelijke beperking. Patiënte leed onder haar beperkte mobiliteit, ernstige vermoeidheid, benauwdheid en pijn. Zij kampte met haar toegenomen afhankelijkheid en wilde niet als kasplantje eindigen. Patiënte had met verscheidene mensen over euthanasie gesproken en de arts meermalen om uitvoering verzocht. Een psychiater stelde vast dat zij wilsbekwaam was ten aanzien van haar verzoek. Arts kon tot overtuiging komen dat sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk lijden en een vrijwillig en weloverwogen verzoek.