Oordeel 2015-10, arts, dementie / alzheimer
Patiënt, een man van 80-90 jaar, had jaren klachten als gevolg van polyneuropathie en wittestofafwijkingen in de hersenen. Een jaar voor overlijden raakte hij verward en gedesoriënteerd en werd bij hem dementie vastgesteld. Patiënt, een hoogopgeleide zeer belezen man, vond het geheugenverlies en de leegte in zijn hoofd ondraaglijk. Het besef van verdere achteruitgang van zijn cognitieve vermogens maakte hem wanhopig. Toen zijn huisarts niet op zijn euthanasieverzoek kon ingaan wendde patiënt zich tot de Stichting Levenseindekliniek. De arts en zijn collega voerden in totaal zes uitvoerige gesprekken met patiënt. De arts kon tot de overtuiging komen dat sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek en van uitzichtloos en ondraaglijk lijden.