Oordeel 2013-95, arts, dementie / alzheimer, vrijwillig en weloverwogen verzoek
Bij patiënte, een vrouw van 80 – 90 jaar, werd vier jaar voor overlijden Lewy Body dementie vastgesteld. Met de ziekte waren Parkinson-verschijnselen verbonden. De laatste dagen voor overlijden was patiënte volledig bedlegerig. Patiënte leed onder beangstigende visuele hallucinaties, rigiditeit en tremoren, extreme vermoeidheid en zorgafhankelijkheid. Zij wilde niet op een verpleegafdeling worden opgenomen. Patiënte had met haar huisarts en met de arts, verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek, naar wie de huisarts haar had verwezen, haar euthanasiewens besproken. Zij was tot het laatste moment wilsbekwaam. Op een video-opname herhaalde zij haar verzoek. Arts kon tot de overtuiging komen dat sprake was van vrijwillig en weloverwogen verzoek en uitzichtloos en ondraaglijk lijden.