Oordeel 2013-80, arts, dementie / alzheimer
Na jaren van klachten werd bij patiënte, een vrouw van 70-80 jaar, een beginnende dementie vastgesteld. Het laatste jaar voor overlijden ging zij steeds verder achteruit. Patiënte wilde niet verder aftakelen. Volgens arts was patiënte weliswaar niet meer in staat een gesprek over euthanasie te initiëren, maar was zij consistent in haar uitlatingen dat zij dood wilde. Behandelend psychiater achtte haar wilsbekwaam. Eerste consulent kon niet vaststellen of het verzoek weloverwogen was. Tweede consulent, een specialist ouderengeneeskunde, achtte patiënte wilsbekwaam en vond dat aan zorgvuldigheidseisen was voldaan. Arts kon tot overtuiging komen dat sprake was van vrijwillig en weloverwogen verzoek en van uitzichtloos en ondraaglijk lijden.