Oordeel 2022-105, zorgvuldig, NVO-melding, kanker, uitzichtloos en ondraaglijk lijden.
Patiënt leed uitzichtloos en ondraaglijk op basis van een Merkelcelcarcinoom.
In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.
Bij een man, tussen de 60 en 70 jaar oud, werd enkele maanden voor het overlijden een Merkelcelcarcinoom vastgesteld. Dit is een zeldzaam type huidkanker dat wordt gekenmerkt door een vleeskleurige bobbel die vooral voorkomt in de hoofd-halsregio. Bij patiënt presenteerde het zich echter op zijn been. In eerste instantie werd de tumor geopereerd en bestraald. Patiënt kreeg echter toenemende pijn in het aangedane been en enkele weken voor het overlijden werden uitzaaiingen gezien in het been en de lymfeklieren van de buik. Doordat patiënt een donornier had gekregen in het verleden, waarvoor immuunsupressie nodig was, kwam patiënt niet in aanmerking voor immuuntherapie.
De pijn maakte het leven voor patiënt ondraaglijk, wetende dat hij niet meer beter kon worden. Ondanks dat patiënt niet snel toegaf dat hij pijn had, zag de arts dat de pijn voor patiënt ondraaglijk was. Patiënt zat nachtenlang op en ging midden in de nacht in bad om de pijn maar iets te kunnen verlichten.
Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. Er waren geen voor patiënt aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts patiënt voldoende had voorgelicht over de situatie waarin hij zich bevond en zijn vooruitzichten.
De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent, die patiënt ongeveer een week voor het overlijden bezocht. De consulent kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan.
De arts voerde vervolgens de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.
De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.