Oordeel 2013-67, arts, aandoeningen van het zenuwstelsel, uitzichtloos en ondraaglijk lijden
Patiënt, een man van 40-50 jaar, had al vele jaren een dwarslaesie. Tot een jaar voor het overlijden ging het goed. Toen kreeg patiënt last van uitgebreide fisteling met decubituswonden. Om dit te genezen zouden benen en een deel van het onderlichaam geamputeerd moeten worden. Patiënt verkeerde echter in te slechte conditie om deze ingreep te ondergaan. Hij werd gevoed via een sonde en kampte met een recidiverende ileus en continue koorts. De wondverzorging was een dagelijkse kwelling. Patiënt was bedlegerig en ervoer geen kwaliteit van leven meer. Arts kon tot overtuiging komen dat sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk lijden.