Oordeel 2020-116, zorgvuldig, NVO-melding, kanker, medisch zorgvuldige uitvoering
Uitvoering gebeurde door middel van een botnaald vanwege zeer moeilijk aan te prikken bloedvaten.
In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.
Bij een man tussen de zeventig en tachtig jaar oud, werd drie maanden voor het overlijden een neuro-endocrien pancreascarcinoom (alvleesklierkanker) met uitzaaiingen naar de longen en de lever vastgesteld. Tevens was er een vermoeden op uitzaaiingen in de hersenen. Genezing was niet meer mogelijk. De behandeling was uitsluitend nog palliatief van aard. De man was ernstig vermoeid en verzwakte steeds verder. Ook had hij enorme buikpijn die met medicatie niet helemaal onder controle was en zag hij voortdurend dubbel. Uiteindelijk werd de man bedlegerig en volledig zorgafhankelijk. De man leed onder het verlies van autonomie en het gebrek aan perspectief. Hij ervoer geen kwaliteit van leven meer.
Tien dagen voor het overlijden heeft de man de arts om daadwerkelijke uitvoering van de levensbeëindiging verzocht. Volgens de arts was sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts was ervan overtuigd dat het lijden voor de man ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren geen voor de man aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts de man voldoende had voorgelicht over de situatie waarin hij zich bevond en zijn vooruitzichten. De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent. Deze bezocht de man acht dagen voor het overlijden en kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan.
De arts voerde de euthanasie uit met de middelen en in de hoeveelheid als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van augustus 2012 (de Richtlijn). De wijze van toediening van de euthanatica verliep door middel van een botnaald in het linker scheenbeen. De arts gaf daarbij aan dat hij geen infuus kon plaatsen omdat de bloedvaten van de man zeer moeilijk bleken aan te prikken. De uitvoering van de levensbeëindiging is zonder problemen verlopen.
Hoewel het gebruik van een botnaald voor toediening van de euthanatica niet is opgenomen in de Richtlijn, kan het gebruik ervan een goed alternatief zijn bij uitvoering van levensbeëindiging als het plaatsen van een infuus bij herhaling mislukt.
De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.