Informatie voor journalisten
De toetsingscommissies toetsen of een arts die euthanasie heeft uitgevoerd of hulp bij zelfdoding heeft verleend, zich aan de zorgvuldigheidseisen heeft gehouden. Er zijn vijf regionale commissies met één gezamenlijke woordvoerder.
Interviews, programma's, artikelen
Interviewaanvragen voor de woordvoerder van de RTE, persvragen of input nodig voor een artikel of uitzending? Journalisten en andere vertegenwoordigers van de media kunnen hiervoor direct contact opnemen met de communicatieadviseur/persvoorlichter Tjitske Visscher op telefoonnummer 06-29283844 of per e-mail op ts.visscher@minvws.nl. Of maak gebruik van het formulier voor informatieverzoeken onderaan de pagina. U krijgt dan zo snel mogelijk antwoord op uw vraag.
Criteria voor euthanasie en hulp bij zelfdoding: zorgvuldigheidseisen
In de euthanasiewet staan de criteria waaraan een arts zich moet houden als hij euthanasie uitvoert of hulp bij zelfdoding verleent. Dit zijn de zorgvuldigheidseisen. Als de arts zich niet houdt aan deze regels uit de wet, dan is hij strafbaar.
De commissie beoordeelt of u bij het inwilligen van het verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding in overeenstemming met de zorgvuldigheidseisen heeft gehandeld.
Als is gehandeld volgens de zorgvuldigheidseisen, dan ontvangt de arts van de commissie het oordeel. De toetsingsprocedure wordt daarmee afgesloten. Meer over de werkwijze van de commissie vindt u in de infographic.
Als de commissie tot het oordeel komt dat er niet is gehandeld volgens de zorgvuldigheidseisen ontvangt de arts het oordeel en wordt er een kopie van het oordeel en bijbehorende dossier doorgestuurd naar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en het Openbaar Ministerie (OM). Dan kan er overgegaan worden tot tuchtrechterlijke en/of strafrechtelijke vervolging.
Euthanasie en hulp bij zelfdoding
De term euthanasie wordt vaak overkoepelend gebruikt. De wet maakt onderscheid tussen levensbeëindiging op verzoek (euthanasie) en hulp bij zelfdoding. Bij euthanasie is er sprake van actieve levensbeëindiging door een arts op verzoek van de patiënt. De arts dient de medicatie (euthanatica) toe waardoor de patiënt overlijdt.
Bij hulp bij zelfdoding neemt de patiënt zelf, in bijzijn van de arts, een dodelijke drank in. De arts is aanwezig om het middel persoonlijk te overhandigen. Hij blijft bij de patiënt tot deze is overleden. Voor euthanasie en hulp bij zelfdoding gelden dezelfde zorgvuldigheidseisen.
Casuïstiek
Op de pagina Uitspraken & Uitleg vindt u de oordelen die de commissie vanaf 2012 heeft gepubliceerd.